Een harmonieuze multiculturele samenleving: gevolgen van emigratie naar en van Suriname

Het derde college, op dinsdag 18 maart 2025 wordt verzorgd door  Dr. Chan Choenni.

Suriname is een voorbeeld van een harmonieuze multiculturele samenleving. Het land is ruim viermaal zo groot als Nederland en nog steeds dunbevolkt. De bevolking telt bijna 600.000 zielen, afkomstig uit verschillende werelddelen. Suriname is in feite een creatie van de Nederlandse imperiale politiek.

De inheemsen (vroeger Indianen genoemd) vormen met ongeveer 20.000 mensen slechts een klein deel van de bevolking en zijn de oorspronkelijke bewoners. Nadat Nederland in 1667 de kolonie Suriname veroverde, werd de plantage-economie voortgezet. Tropische producten zoals suiker, koffie en cacao werden geproduceerd door ingevoerde Afrikaanse tot slaafgemaakten.

De wrede slavernij werd in 1863 afgeschaft. Op dat moment had Suriname een bevolking van 60.000 zielen, grotendeels Creolen, die tegenwoordig Afro-Surinamers worden genoemd. Om de plantage-economie draaiende te houden en de bevolking te laten groeien, werden contractarbeiders ingevoerd. Vanaf 1853 kwamen er 2.500 Chinezen, vanaf 1873 arriveerden 34.304 Indiërs (in Suriname Hindostanen genoemd), en vanaf 1890 bijna 33.000 Javanen uit Indonesië.

Tot de Tweede Wereldoorlog leefden de verschillende bevolkingsgroepen grotendeels vredig naast elkaar. Daarna ontstond er meer onderling contact, maar ook economische concurrentie en politieke rivaliteit. Gelukkig voerden de leiders van de twee grootste bevolkingsgroepen, de Hindostanen en Creolen, een zogeheten verbroederingspolitiek. Deze politiek was gericht op politieke samenwerking, etnische harmonie en behoud van eigen cultuur.

Hoewel deze verbroederingspolitiek aanvankelijk succesvol was, ontstond begin jaren zeventig toch etnische polarisatie. De Hindostaanse groep groeide sneller en dreigde de andere groepen te overvleugelen. Ondertussen veroverde de Creoolse groep de politieke macht en riep, mede aangespoord door Nederland, de onafhankelijkheid uit.

Deze overhaaste onafhankelijkheid leidde tot massale emigratie van Hindostanen en andere bevolkingsgroepen naar Nederland. Hierdoor werd de angel uit de etnische spanningen gehaald, een fenomeen dat wel de ventielfunctie van emigratie wordt genoemd.

Vijf jaar na de onafhankelijkheid, in 1980, vond een staatsgreep plaats. Hoewel Suriname onder het bewind van voormalig legerleider Desi Bouterse verschillende negatieve ontwikkelingen doormaakte, was een positief aspect het herstel van de etnische harmonie.

Hoe verhielden die zich ten opzichte van elkaar?

Over de spreker:

Prof. dr. Chandersen E.S. (Chan) Choenni, geboren in 1953 te Paramaribo, Suriname, is een vooraanstaand sociaal wetenschapper en historicus. Hij studeerde politicologie en wetenschapsfilosofie aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde in 1995 in de sociale wetenschappen. Van 2010 tot 2016 bekleedde hij de Lalla Rookh-leerstoel als bijzonder hoogleraar Hindostaanse migratie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. 

Choenni heeft uitgebreid onderzoek verricht naar de geschiedenis van bevolkingsgroepen in Suriname. Zijn publicaties omvatten onder andere “Hindostaanse contractarbeiders 1873-1920 – Van India naar de plantages in Suriname” en “Geschiedenis van Afro-Surinamers 1863-1963”. 

Scroll naar boven
Ga naar de inhoud